Havana, Cuba
In Havana, Cuba is een grote tegenstelling tussen arm en rijk, maar in het graf is iedereen gelijk. De staat voorziet elke Cubaan van een goedkope grijze kist en plaats voor twee jaar in een massagraf. Na deze twee jaar grafrust worden de overblijfselen in een kleine stenen ‘schoenendoos’ opgeborgen en ondergebracht in een open huis, centraal op de begraafplaats. De ‘bibliotheek’ van botten is immens en tot de nok gevuld. De knokendozen staan vrijwel altijd open en bij sommige steken er aan alle kanten botten uit.
Dit is iets waar ouderen uit Cuba maar niet te veel over nadenken. Cuba zorgt goed voor de ouderen en dankzij de goede gezondheidszorg leeft hier de oudste bevolking van Latijns-Amerika. Commerciële rusthuizen bestaan hier niet, maar als iemand zorg nodig heeft kan hij of zij terecht in een rusthuis van de staat. Maar voor velen van de ouderen, is dat niet van toepassing. Ze hebben een actieve levensstijl en houden enorm van dansen. Van rusthuizen willen ze niets horen.
Gerimpelde, uitgedoste, ‘jonge’ ouderen dansen vol enthousiasme, ongeacht hoe oud of versleten ze zijn. Ze dansen tot hun voeten er pijn van doen, nemen dan een korte pauze en gaan er vervolgens weer herboren tegenaan.
Ouderen in Cuba denken niet aan de dood, maar aan het leven. Strijden doen ze wel op de laatste dag. ‘Hasta la victoria siempre’, ofwel ‘Altijd op naar de overwinning’ is hierbij het motto. Ouderen in Cuba genieten van het leven en vinden het een periode van trots. Ze hebben iets bereikt, de cirkel is rond en ze worden gerespecteerd voor wat ze gedaan hebben in de maatschappij.
Havana, Cuba